Het meisje en de rots
Het meisje en de rots is een prentenrijk verhaal over een meisje dat op een dag een pakje kreeg. De pakketdienst ‘Moeilijke boodschappen’ bracht het. ‘Ik heb niets besteld’, zei het meisje. Toch was het voor haar. Een groot rotsblok. Het meisje had allerlei vragen. ‘Waarom is het zo groot?’ ‘Is het breekbaar?’ Ze zette het neer en wilde naar binnen gaan. Dat lukte niet. Het rotsblok stond in de weg. Ze probeerde van alles. Van zich afduwen, ermee worstelen, proberen los te laten, zich eroverheen zetten, het een plek geven, zich erbij neerleggen en hopen dat ze het van zich af kon laten glijden. Het hielp allemaal niet. Het werd zwaarder en zwaarder. Ze gooide het een ravijn in, maar viel zelf ook de diepte in. Anderen trokken haar uit de put. Het meisje zag dat meer mensen een rots meetorsten. De één droeg hem op zijn schouders, een ander balanceerde ermee, weer een ander droeg hem op zijn rug en ging er bijna onder gebukt. ‘Maar je hebt wel je handen vrij’, leerde het meisje. Ze deed het rotsblok op haar rug en sinds een lange tijd zag ze weer wat en had ze haar handen vrij. Samen met een man van weinig woorden luisterde ze naar de stilte. Een middag ging voorbij. Het meisje zag een vrouw die haar rots als een hondje aan een touw met zich meesleepte. ‘Ik denk dat ik dat ook wil.’ En dat deed ze. Ze liep en liep en trok het rotsblok achter zich aan. Ze kwam weer bij haar huis. Ze ging naar binnen. Het rotsblok paste nu ook. Net aan.