Bestaat echte armoede niet in Nederland?
Tijdens een van mijn filosofielessen over rechtvaardigheid heb ik het volgende gedachteexperiment aan 4-vwo-leerlingen voorgelegd: stel dat jij nog net voldoende zakgeld hebt om naar de bioscoop te gaan. Je weet dat er een film draait die je al heel lang wilt zien en al je vrienden gaan ook. Onderweg kom je echter een bedelaar tegen die jou om tien euro vraagt. Wat doe je? Alternatieve opties zijn niet toegestaan. Leerlingen hebben de keuze uit: optie a (het geld geven aan de bedelaar met als gevolg dat je niet meer naar de bioscoop kan), of optie b (de bedelaar negeren en met je vrienden alsnog naar de film gaan). Beide keuzes zijn begrijpelijk, maar het valt op dat erg weinig leerlingen kiezen voor optie a. Als rechtvaardiging voor deze keuze passeren alle stereotiepe beelden over bedelaars als oude, onhygiënische, dronken en/of gedrogeerde mannen de revue. Het keiharde oordeel dat ze in plaats van te bedelen maar beter een baan zouden kunnen zoeken, krijgt dan ook veel bijval. Armoede in Nederland kent vele gezichten en is geenszins beperkt tot de bedelaar op straat, maar het bijstellen van dit beeld resulteert wel in een meer genuanceerde blik op de complexiteit van armoede. Laten we een poging wagen.