Sociale afwijzing in het brein en het dagelijks leven
Kinderen vandaag de dag hebben een unieke sociale ontwikkeling, omdat ze opgroeien in het digitale tijdperk met constante sociale interactie en daarmee gepaarde sociale afwijzing. Sommige kinderen halen gewoon hun schouders op na sociale afwijzing, terwijl andere kinderen boos worden. Waar deze individuele verschillen vandaan komen, kunnen we met experimenteel hersenonderzoek bestuderen. Zo blijkt dat de late kindertijd (circa 9-11 jaar) een heel gevoelige periode is voor sociale afwijzing. Kinderen hebben in deze periode meer moeite met het inhouden van hun agressie na afwijzing; dit hangt samen met de ontwikkeling van de hersenen rond deze leeftijd. Mogelijk correspondeert deze gevoelige periode met de start van de pubertijd en een wisselende gemoedstoestand (mood swings), wat we kunnen meten met experience sampling-methoden (ESM). Een combinatie van deze innovatieve methoden kan bijdragen aan het begrip van de invloed van hersenontwikkeling op sociaal gedrag in het dagelijks leven, wat nuttig kan zijn voor de pedagogische praktijk.